Zodra het broedseizoen naar zijn einde gaat, begint langzaam maar zeker het bloed weer iets sneller te stromen door het aankomende tentoonstellingsseizoen. Voordat we echter een vogel kunnen tentoonstellen is er nog wel wat werk te verrichten om deze in de juiste conditie te krijgen. Eigenlijk begint het al bij de start van het kweekseizoen bij het samenstellen van de kweekkoppels.

De koppeling.

Ruim voordat we aanvangen met het broeden hebben we de eigen vogels al geselecteerd, waarvan we goede verwachtingen hebben of omdat deze zich al eerder in de kweek hebben bewezen. Oudere koppels kunnen voor veel natuurbroedkwekers in die zin van onze hobby een grote waarde hebben. Omdat ze al eerder jongen grootgebracht hebben, is het heel aannemelijk dat ze dit het aankomende seizoen ook weer zullen doen. Daarnaast kun je aan de al aanwezige jongen zien of ze voldoen aan de verwachtingen die je daarvan hebt.

Opgroei van de aankomende kampioentjes.

Vaak heb je als kweker al snel door dat sommige jongen al vroeg opvallen door hun gedrag of uiterlijk. Dit kan in het nest zijn of als ze net uitvliegen. Natuurlijk zijn dit dan diegenen die je in de gaten gaat houden of ze zich ook zo zullen ontwikkelen zoals je in eerste instantie dacht. Het is een keuze om mogelijk geschikte tentoonstellingsvogels in een vluchtje te plaatsen, waarin je ze goed kunt observeren. Op deze wijze is de kans ook kleiner dat ze elkaar zullen beschadigen.

TT-training.

Er zijn verschillende manieren om dit te doen. Belangrijk is dat de vogel gewend wordt gemaakt aan een TT-kooi. Bepaalde liefhebbers geven er de voorkeur aan ruim voor de tentoonstelling, circa 7 weken, de vogel in de TT-kooi te zetten. In deze periode kunnen de Gouldamadinen dan getraind worden en kunnen ze geen schade meer oplopen door andere vogels. Een ander geeft de voorkeur aan korter opkooien en doet dit 2 à 3 weken voor de tijd. Daarnaast wordt er door liefhebbers helemaal niet getraind in een TT-kooi, maar worden ze op het laatste moment pas hierin gezet. Het nadeel dat op deze wijze kan ontstaan, is dat de vogels dan niet rustig genoeg zijn om zich goed te laten keuren door de keurmeester en kunnen ze zich beschadigen omdat ze schrikachtiger zijn.

Om in het begin van de trainingsperiode te voorkomen dat de Gouldamadinen aan het voorfront gaan hangen en zich beschadigen, kun je aan de binnenzijde van het traliewerk een plastic kap plaatsen. Wen de vogels aan de keur- en showomstandigheden. Pak de kooi bijv. eens op om te verzetten. Vraag een kennis/vogelliefhebber om je vogels eens kritisch te bekijken, samen zie je meer dan alleen. Daarbij is het ook nog leerzaam.

Voorbereiding op de tentoonstelling.

Dieet.

Sommige Gouldamadinen hebben aanleg om dik te worden en dat is niet goed voor een TT vogel ook omdat ze dan een verkeerde houding aannemen. Je kunt ze dan het beste op rantsoen zetten. Om de houding te verbeteren kun je het snoepbakje en het waterflesje hoger hangen, zodat de vogel zich moet strekken.

Voeding.

Om vogels in conditie te krijgen is het van belang om de voeding hier op aan te passen. Zo kun je meer eivoer gaan verstrekken en zorgen dat de zaadmengeling minder schraal is. Als je dit gaat doen zullen de vogels denken dat de voedselrijke periode eraan komt. Op zo’n manier zullen ze het gevoel krijgen dat het broedseizoen is aangebroken en zullen ze zich hier lichamelijk voor gaan opmaken. Door een eiwitrijkere voeding te verstrekken zullen de vogels er niet alleen beter uit gaan zien, maar zullen ze ook beter bestand worden tegen stress en veranderingen.

Wassen.

Om de veren in goede conditie te houden is het van belang dat ze zich dagelijks kunnen wassen. Dit kun je in een TT-kooi doen door de vogel over te laten springen in een andere kooi; vervolgens kun je ze dan besproeien met lauw water. Daarna kun je de vogel weer in zijn eigen droge kooi terug laten springen. Er zijn speciale badjes in de handel die je aan de buitenkant aan het deurtje van een TT-kooi kunt plaatsen zodat ze zichzelf kunnen wassen. Ter ondersteuning zijn er verschillende producten te verkrijgen, zoals b.v. badzout. Door een beetje badzout in het water te doen worden de veren mooi schoon. Let wel op dat bij eventueel gebruik hiervan je de voorgeschreven hoeveelheid aanhoudt, anders kun je beschadiging aan het verenkleed krijgen.

Conditioneren.

Naast een goede conditie is het bij sommige kleurslagen van belang om te kijken of de vogel geen pigmentveertjes heeft. Indien dit storend is kun je deze verwijderen. Door de veer met gebruik van een pincet in de groeirichting van de veer eruit te trekken voorkom je dat het vogeltje beschadiging zal oplopen.

De snavel.

Bij de snavel kun je eventuele oneffenheden voorzichtig verwijderen met een mesje of een stukje fijn schuurpapier. Door de snavel met een beetje babyolie in te smeren zal deze weer gaan glanzen.

De pootjes.

De pootjes kun je het best enkele keren insmeren met wat babyolie; hierdoor zullen ze mooi glad worden. Stop een week voordat je vogels in zal zenden met het smeren, om te voorkomen dat de bevedering vet zal kunnen worden.

De nagels.

Wanneer de nageltjes te lang worden, knip deze dan tot uiterlijk een week voor de tentoonstelling. Dit is een secuur karweitje, zorg ervoor dat je niet in het leven knipt. Hiervoor kun je het beste een nagelschaartje gebruiken. Als het nageltje gaat bloeden omdat je per ongeluk toch te ver hebt geknipt, houd dan het teentje onder een koude waterstraal. Het nageltje hier onder houden tot het bloeden gestelpt is; voor eventuele besmetting kun je wat betadine zalf aanbrengen.

De Tentoonstelling.

TT-kooi.

De TT-kooi moet voldoen aan de eisen van de NBvV. Zorg dat de kooi en de stokken goed schoon en helderwit zijn. De juiste bodembedekking bestaat uit voldoende wit schelpenzand. De vogel blijft hier schoon in en het ziet er mooier uit. Er mogen geen kenmerken op de kooi worden aangebracht. Controleer voor het inbrengen of bij de vogels de eventuele extra ringen verwijderd zijn. Een vogel met een extra ring wordt niet gekeurd.

Ter controle voor de inzending van een tentoonstelling.

• Zorg dat de houding van de gouldamadinen 45º is ten opzichte van de zitstok. De vogel mag met zijn onderlijf niet op de stok rusten.
• Gouldamadinen behoren een mooie ronde kop te hebben met een kort conisch snaveltje. Geen platte kop of een lange snavel.
• Bij elke kleurslag is het van belang dat de kleur egaal is, wat betreft de kleurdiepte zelf raadpleeg hiervoor de standaardeisen.
• Voor de conditie is het van belang dat de gouldamadine een levendige, attente uitstraling heeft. Dat hij zich showt en rustig gedraagt, zodat hij goed te observeren is.
• De bevedering moet compleet en glanzend zijn, let hierbij op de staart- en vleugelpennen en dat de beide verlengde staartpennen aanwezig zijn.
• Let erop dat de verlengde staartpennen even lang zijn, de juiste lengte en stevigheid bezitten (zie hiervoor de standaardeisen).
• Controleer of ze geen nageltjes missen. Kromme of doorgezakte voetjes kunnen ook bestraft worden.
• Het masker moet egaal en van de juiste kleurdiepte zijn, met een strakke onafgebroken aftekening rondom het kopje tot aan de keelvlek. Rood- en oranjekoppen mogen rondom de snavel geen zwarte aftekening laten zien.
• De Gouldamadine moet minimaal 11 cm zonder de verlengde staartpennen zijn en een robuuste bouw hebben. Het formaat en het model moeten qua verhouding met elkaar in overeenstemming zijn.

Transport.

Ga tijdens het transport rustig met de vogels om, dit om beschadiging en stress te voorkomen. Gebruik altijd een stoffen hoes over de TT-kooien. Het voorkomt dat de vogels heen en weer fladderen en ze lopen geen kou op door temperatuurverschillen. Zorg dat de vogels voordat je ze wegbrengt eerst nog goed hebben kunnen eten en drinken.

De keuring.

Omdat de Gouldamadine een gestandaardiseerde vogel is, zijn voor de keuring speciale keurbriefjes ontworpen. Hierop staat een Gouldamadine weergegeven en worden bij het desbetreffende onderdeel van de Gouldamadine aan de hand van verwijzingspijltjes door de keurmeester opmerkingen geplaatst. Dit gebeurt aan de hand van de standaardeisen. In deze standaardeisen staat vermeld waaraan de Gouldamadine qua uiterlijk moet voldoen.

De opmerkingen bij de vogelafbeelding worden vertaald naar punten. Op het keurbriefje zijn 5 rubrieken vermeld waarin punten zijn te behalen, waarbij elke rubriek op een uitzondering na meerdere onderdelen omvat. Elke rubriek kent zijn maximaal te vergeven punten, wat tot een theoretisch totaal van 100 punten leidt. Die worden nooit gegeven, omdat de ideale vogel niet bestaat en vroeg of laat komt er weer een betere. In de praktijk wordt uitgegaan van een topvogel met 92 punten. Er mag met Gouldamadinen gespeeld worden van het laatste en het voorlaatste kweekjaar.

Enkelingen:
Gouldamadinen worden tijdens een tentoonstelling het meest geshowd als enkeling. Tijdens de keuring worden de enkelingen in dezelfde groep of kleurslag met elkaar vergeleken en gekeurd. Het grootste gedeelte van de Gouldamadinen zal gekeurd worden tussen de 80 en de 92 punten. Voor die winnaar in de groep die in eerste instantie 92 punten kreeg bestaat de mogelijkheid om met 1 punt extra opgewaardeerd te worden en is het maximale van 93 punten haalbaar. Omdat op grotere tentoonstellingen vaak meerdere Gouldamadinen van dezelfde kleur worden ingezonden, is het leerzaam om deze met elkaar te vergelijken. Bij de nationale landelijke tentoonstelling van de SNGN worden in bijna alle kleurengroepen meerdere Gouldamadinen tentoongesteld. Tijdens deze show zijn in de tentoonstellingsruimte kopieën van de keurbrieven van de tentoongestelde Gouldamadinen aanwezig. Door de Gouldamadinen met elkaar te vergelijken kun je aan de hand van de keurbrieven de opmerkingen met elkaar vergelijken. Zo kun je ter plaatse zien waarom de ene Gouldamadine hoger is beoordeeld dan zijn concurrent. De opmerkingen die de keurmeesters hebben vermeld op de keurbrieven geven hierover verduidelijking.

Stammen:
Stammen spelen is voor veel tentoonstellingsdeelnemers een uitdaging. De bedoeling hiervan is om vier zoveel mogelijk gelijkwaardige Gouldamadinen tentoon te stellen. Uiteraard dienen deze van hetzelfde geslacht te zijn en zoveel mogelijk de standaard te benaderen. Als een stam een perfecte viereenheid is, zal deze met zes eenheidspunten extra gewaardeerd worden. Het is niet altijd even gemakkelijk om vier dezelfde Gouldamadinen qua type bij elkaar te vinden. Het is verstandig als je een stam wilt spelen op een tentoonstelling om meerdere reservevogels tegelijk met de stam voor te bereiden. Let wel op dat je er altijd voor zorgt dat de snavelpunten van dezelfde kleur zijn. Dus geen rode en oranje snavelpunt door elkaar inzenden.

Stellen:
Stellen worden op sommige tentoonstellingen ook gevraagd. Een stel zijn twee Gouldamadinen van hetzelfde geslacht en dezelfde kleurslag, waarvoor tijdens het keuren dezelfde regels gelden als bij stammen. Echter het aantal extra eenheidspunten is natuurlijk wel gehalveerd. Naast de individuele punten van beide Gouldamadinen zijn maximaal 3 eenheidspunten te behalen. Let wel op dat je er altijd voor zorgt dat de snavelpunten van dezelfde kleur zijn. Dus geen rode en oranje snavelpunt door elkaar inzenden.

Thuiskomst.

Als de tentoonstelling erop zit en de vogels mee naar huis kunnen, plaats deze dan altijd apart van je overige vogels. Dit apart zetten mag zeker niet worden onderschat, want het kan altijd voorkomen dat ze op de een of andere manier een besmetting hebben opgelopen. Door het apart zetten kan een besmetting van de andere vogels worden voorkomen. Verwen je vogels bij thuiskomst. Ze hebben natuurlijk wel wat lekkers verdiend, of ze nu wel of geen kampioen zijn geworden. Verwen ze eens extra met wat trosgierst, eivoer en evt. pinkies en natuurlijk niet te vergeten een lekker badje. Geniet van je Gouldamadinen, ook al zijn de behaalde punten minder dan je had verwacht.