Ziekten bij de Gouldamadine


Ondanks al onze goede zorgen komt het toch regelmatig voor dat we met zieke vogels of vogels die in een mindere conditie verkeren te maken krijgen. Voor het onderkennen of een vogel wat mankeert, moeten we weten hoe onze vogels er bij zitten als ze in topconditie verkeren. Om deze reden is het noodzakelijk dat we dagelijks onze vogels observeren om te zien of er vogels bij zijn die een afwijkend gedrag vertonen, bijvoorbeeld bolzitten.

Ziekte voorkomen.

Het voorkomen van ziekten helpt als er een aantal zaken in acht genomen worden. Verstrek het voedsel in bakken of silo’s en strooi het nooit op de grond. Gebruik alleen die voerbakken waarin geen ontlasting kan komen. Rantsoeneer de dagelijkse voedselbehoefte waardoor het voedsel in de kooien altijd vers is en niet oud kan worden. Zeker bij het voeren van eivoer is het belangrijk om dit dagelijks te verversen en zo schimmelvorming te voorkomen. Reinig dagelijks de drinkflesjes en badschalen met bleekwater.

Symptomen van afwijkend gedrag.

Wanneer een vogel ernstig ziek is zal het niet moeilijk zijn om hem van een gezonde vogel te onderscheiden. Moeilijker wordt het als er niet direct duidelijke ziekteverschijnselen zijn waar te nemen dan het feit dat de vogel niet in goede conditie is. Om afwijkend gedrag als een mogelijke ziekte bij een vogel te herkennen moet je eerst weten hoe een gezonde vogel zich gedraagt. Afwijkend gedrag hoeft per definitie niet altijd op een zieke vogel te wijzen, maar houdt wel met deze mogelijkheid rekening. Wanneer een vogel niet helemaal in conditie of ziek is vertoond hij vaak een of meerdere van de volgende verschijnselen:

• Zit vaak bol en met opgezette veren. 
• Laat de vleugels hangen. 
• Slaapt veel en zit daarbij op beide poten.
• Heeft een afwijkende ontlasting.
• Natte aarsbevedering.

Als een dergelijke vogel wordt uitgevangen en wordt onderzocht, dan kunnen vaak verschillende symptomen worden waargenomen zoals:

• Is mager en heeft vaak een scherp borstbeen.
• Gezwollen darmen.
• Vergrote lever te zien als een bloedrode vlek onder de onderste ribben.
• Een gezwollen verkleurde buik.
• Een rimpelige huid en de poten lijken geel.

Wanneer de vogels één of meerdere van bovenstaande verschijnselen vertonen zet de vogel dan om verspreiding van een ziekte te voorkomen direct apart. Plaats de vogel in een extra verwarmde omgeving of nog beter in een ziekenkooi waarbij de temperatuur ligt tussen 25º en 32ºC. Stel de temperatuur van de ziekenkooi dusdanig dat de vogel zich goed voelt. Blijft de vogel bol zitten dan kan de temperatuur nog wat omhoog, maar als de vogel met de bek open gaat zitten hijgen is de temperatuur duidelijk te hoog. Probeer de oorzaak te achterhalen, het observeren van de ontlasting is daarbij vaak een goed hulpmiddel.

Ziekten bij de gouldamadine.

Elke ziekte die bij de vogels kan voorkomende kan in principe ook bij de Gouldamadinen voorkomen. Toch heeft de praktijk uitgewezen dat lang niet alle ziekten bij de Gouldamadinen voorkomen. De meeste ziekten die bij de Gouldamadinen voorkomen zullen we hieronder behandelen. Wanneer u een zieke vogel aantreft waarvan u de diagnose niet zelf kunt stellen, ga dan niet zelf “dokteren”. Het is beter om in een dergelijk geval een dierenarts te raadplegen. Hoewel geen echte ziekte in de zin van het woord is een van de vervelendste en regelmatig voorkomende besmettingen die van de rode bloedluis.

Stinkende ontlasting.

De ontlasting van gezonde vogels heeft geen noemenswaardige geur en wanneer dit vers is zal het nooit stinken. Een stinkende geur is vaak een signaal van infectie in het spijsverteringskanaal. Meestal is het een bacteriële- of een gistinfectie. Het is echter wel zo dat wanneer de uitgescheiden ontlasting vochtig wordt door bijvoorbeeld het spatwater bij het baden of bij een hoge luchtvochtigheid, dat je het dan na een tijdje wel gaat ruiken. Bij een regelmatige reiniging van de kooien zal dit overigens geen problemen opleveren.

Diarree.

Diarree is een specifiek kenmerk van een darmontsteking. Bij een vogel is sprake van diarree als er in de ontlasting geen vaste bestanddelen meer zijn te ontdekken. Het is erg belangrijk om regelmatig de mest van de vogels te controleren. Zo kun je vaak de eerste symptomen van diarree constateren en tijdig ingrijpen.

Oorzaak:
Oud eivoer, te vochtig eivoer, besmet voer, virussen, bacteriën. Bij warm weer bederft het eivoer gemakkelijk. Het is bij warm weer beter om het eivoer 2 keer per dag vers te geven om zo bederf uit te sluiten. Ook wanneer er een te hoge concentratie aan voedingseiwitten in het voedsel aanwezig is kan als gevolg daarvan diarree ontstaan.

Bestrijding:
Bij diarree de vogel altijd op een gazen bodem zetten, omdat vaak de besmetting plaats vindt via de mest. Geef de vogels een kuur met in de handel zijnde preparaten. Breng het eiwitgehalte naar beneden. Plaats de zieke vogel in een ziekenkooitje, met een temperatuur van ongeveer 35ºC. Verstrek druivensuiker door het water zodat de vogel weer snel in staat is zijn normale voedsel op te nemen. Als extra kan blauwmaanzaad aan het zaadmengsel worden toegevoegd. Geef daarnaast wat houtskool. Zo gauw verbetering optreedt, kan gestopt worden het verstrekken van blauwmaanzaad. Wanneer de Gouldamadine beter is dan langzaam de temperatuur in de ziekenkooi naar beneden brengen tot de temperatuur waarin de vogel normaal verblijft. Bij aanhoudende diarree is het verstandig een dierenarts te consulteren.

Waterige ontlasting.

Een waterige ontlasting kan op een diarree lijken, maar is het zeer zeker niet. Bij een waterige ontlasting zijn er altijd nog vaste bestanddelen in de ontlasting te vinden en bij diarree niet.

Oorzaak:
De oorzaak kan het gevolg zijn van tocht, plotselinge temperatuursveranderingen, stress en het overmatig verstrekken van groenvoer of te koud drinkwater.

Bestrijding:
Geen groenvoer meer verstrekken en voorkom tocht en sterke temperatuursschommelingen. Zet bij stress de vogels in een rustige omgeving.

Constipatie of verstopping.

Wanneer teveel “stoppende” zaden zoals blauwmaanzaad en droog eivoer, worden verstrekt bestaat de kans dat de vogel zijn ontlasting niet kwijt kan. Heeft de vogel last van verstopping, dan zit die meestal onrustig op de stok heeft veelal geen lust tot eten. Dat de vogel last heeft van verstopping is te zien omdat deze met zijn achterlijf ontlastende bewegingen maakt, maar geen ontlasting uitscheid.

Behandeling:
Verstrek groenvoer en stop met het geven van (meestal te droog) eivoer.

Rode bloedluis.

De vogelmijt is een ectoparasiet, die in de volksmond ook wel “bloedluis” wordt genoemd. Hij komt algemeen voor bij volièrevogels. Doordat de mijten veelvuldig bloed drinken krijgen de aangetaste vogels bloedarmoede en zijn daardoor veel vatbaarder voor ziekten. Ook is de mijt in staat om zelf ziekten over te brengen. De bloedmijt kan zich zeer snel voortplanten en kan daardoor uitgroeien tot een enorme populatie. De veelvuldige bloedafname leidt dit tot verzwakking van de vogels, met als gevolg mogelijke sterfte.

Kenmerken van de bloedmijt:
Een volwassen bloedmijt is ongeveer 1 mm groot, heeft 8 poten en is donkerrood van kleur. Per dag kan een vrouwtje 3 tot 7 eieren leggen, die ze verstopt in allerlei naden en kieren. Afhankelijk van de temperatuur komen de eieren na 1 à 2 dagen uit. Wanneer de omstandigheden niet ideaal zijn kunnen de eieren maandenlang blijven liggen. Ze komen dan pas uit wanneer het klimaat voor hen weer beter is. Op deze wijze kunnen de bloedmijten zonder problemen overwinteren. Bloedmijten kunnen maximaal een half jaar oud worden en kunnen maandenlang zonder voedsel leven.

Leefwijze van de bloedmijt:
Ze leven in de directe omgeving van de vogels. Ze houden zich op in de volière, waar ze zich overdag verstoppen in naden en kieren. Ze zijn lichtschuw en komen pas tevoorschijn als het donker is. Ze gaan dan naar de vogels en zuigen door middel van een speciale zuigsnuit bloed af bij de rustende vogels. Ook in de broedblokken en nestkastjes en op de jonge vogels kunnen ze voor komen.

Symptomen bij de vogels:
Ook de vogels zelf geven vaak aan wanneer er iets mis is, ze gaan “dik zitten”, vermageren en zijn lusteloos. Wanneer u deze symptomen herkent is de aantasting serieus en is het de hoogste tijd om in te grijpen.

Bestrijding:
Het is belangrijk, dat bloedmijten in een zo vroeg mogelijk stadium worden ontdekt. Controleer daarom regelmatig de volières op de aanwezigheid van mijten, door goed de naden en kieren te bekijken. Een goede controleplaats is de onderkant van de zitstok daar waar hij tussen de tralies zit geklemd of aan de bevestigingspunten aan de wanden. Door een regelmatige controle kan een aantasting in een redelijk vroeg stadium worden ontdekt.
Het bestrijden van bloedmijten is een moeilijke opgave. Er zijn een aantal chemische bestrijdingsmiddelen in de handel, maar er zijn er ook op basis van natuurproducten. Om het probleem van bloedluis op te lossen en te voorkomen dient bestrijding ervan op een regelmatige basis te gebeuren.
Een andere en meest recente bestrijding van bloedluis is het inzetten van roofmijten. Deze roofmijten hebben als voedsel bloedmijten op het menu staan. Ze kunnen, afhankelijk van de omstandigheden, vrij lang in de volière overleven en zich intussen tegoed doen aan de aanwezige bloedmijten, die met huid en haar worden verslonden. De roofmijt zoekt zijn prooi op en laat hem geen moment met rust. Het is belangrijk om deze roofmijten zo snel mogelijk na het constateren van bloedmijt in te zetten, zodat het aantal niet te groot wordt. Belangrijk voor een succesvolle bestrijding met roofmijten is dat de instructies goed worden opgevolgd.

Luchtpijpmijt.

Deze ook bij de Gouldamadinen in de vrije natuur voorkomende mijt is een aandoening van de luchtwegen en komt vaak voor wanneer de vogels in een warme en vochtige omgeving worden gehouden. De aandoening wordt overgedragen via de ontlasting van besmette vogels waarin zich de eitjes van deze mijt bevinden. Deze eitjes kunnen worden opgepikt door de andere vogels hierdoor kan de besmetting snel toenemen. Ook kan de overdracht van de luchtpijpmijt op andere vogels gebeuren door het poetsen van de snavel aan de zitstokken.
Bij het optreden van luchtpijpmijt worden eerst de luchtpijp en luchtzak aangetast, daarna de longen en in een nog later stadium het gehele ademhalingsorgaan. Na enkele weken is de lichamelijke toestand van de Gouldamadinen zo slecht geworden dat ze sterven. Indien een vogel besmet raakt kan die het gehele vogelbestand besmetten. Ook nestjongen kunnen door de ouders worden besmet.

Symptomen:
Storingen bij het ademhalen zoals “smakkende” geluiden, piepende geluiden, ademen met geopende snavel en niesen (houdt de vogel maar eens tegen uw oor dan hoort u dit goed). Soms ook slaan de besmette vogels met hun kop alsof ze iets in hun keel hebben zitten en scheiden speeksel af. Ook houdt de vogel zich vrij rustig.

Behandeling:
Wordt een luchtpijpmijt besmetting vroegtijdig onderkend en behandeld, kan op een succesvolle genezing worden gerekend. In de dierenspeciaalzaak zijn voor de behandeling anti-luchtpijpmijt druppels te verkrijgen. Als voorzorgsmaatregel is het verstandig om bij het optreden van de luchtpijpmijt alle vogels te behandelen. Indien er te lang word gewacht met de behandeling, kan het voor komen dat de Gouldamadine binnen enkele dagen toch dood gaat. De druppels maken de luchtmijt wel dood maar deze dode mijten blijven nog wel een tijdje achter in de luchtpijp. Het gevolg hiervan kan zijn dat de luchtpijp langzaam dicht gaat zitten en alsnog sterft. Dus wees er met de behandeling snel bij.

Preventie:
Druppel de Gouldamadinen voor het broedseizoen om te voorkomen dat ze jonge vogels in het nest kunnen besmetten. Houdt bij aankoop de vogel na het vangen naast je oor wanneer de vogel besmet is zal die een piepend geluid maken.

Overgroeide ondersnavel.

Soms komt het voor dat bij een Gouldamadine de ondersnavel is doorgegroeid.

Behandeling:
Wanneer dit voorkomt kan de ondersnavel gewoon worden bijgeknipt.

Preventie:
Wanneer dit euvel zich blijft voordoen, ook bij andere vogels in uw stam, is het verstandig om niet meer met deze vogels verder te kweken en ze te verwijderen uit uw stam.

Lange nagels.

Naast dat de Gouldamadinen vaak last hebben van kromme nagels, komt het ook maar al te vaak voor dat ze last hebben van (te) lange nagels.

Behandeling:
Leg bij lange nagels de vogel met de rug in de handpalm en houdt met duim en wijsvinger het pootje stevig vast. Houdt de nagel tegen het licht om de bloedvaatjes te kunnen onderscheiden. Knip met een nagelschaartje, net voor het bloedadertje, de nagel af.

Preventie:
Kromme nagels zijn vaak de oorzaak van te dikke zitstokken. Varieer in dikte van de zitstokken, de tenen moeten voor driekwart de stok kunnen omsluiten. Geef, bij het veel voor komen van lange nagels, de vogels een stevige ondergrond zodat de nagels op een natuurlijke wijze af kunnen slijten.

Kalkpoten.

Vooral de wat oudere Gouldamadinen hebben hier vaak last van. Mijten die veelal de oorzaak zijn van kalkpoten kunnen een chronische ontsteking onder de hoornschubben veroorzaken.

Behandeling:
De poten helemaal insmeren met zuurvrije vaseline.

Kaalkoppen.

Een Gouldamadine die een kale kop krijgt verandert van een spectaculaire vogel in een soort minigier, omdat vaak niet alleen de kopveren maar ook de hals- en nekveren als sneeuw voor de zon verdwijnen. Waarom dit verschijnsel relatief gezien bij Gouldamadinen vaker voorkomt dan bij andere vogels is vooralsnog onduidelijk. Over de oorzaken en de toe te passen bestrijdingsmiddelen lopen de meningen sterk uiteen.
In de praktijk krijgen veel kwekers in meer of mindere mate te maken met dit probleem. De afgelopen jaren zijn er legio smeerseltjes, druppeltjes en poedertjes van uiteenlopende samenstelling door vele goedwillende kwekers uitgeprobeerd en aanbevolen. Zoals zo vaak in dergelijke gevallen werkt een bepaald middeltje dat door de ene kweker met succes wordt toegepast totaal niet bij de vogels van een andere kweker. Ook is er door microscopisch onderzoek aangetoond dat de aandoening kan worden veroorzaakt door parasieten, bacteriën of schimmels. Maar ook bij dit soort onderzoeken konden veelal geen aanwijsbare oorzaken voor het probleem worden aangetoond.
Wel is komen vast te staan dat de oorzaken van het optreden van kaalkoppen verschillende oorzaken kunnen hebben.

Draaihalsziekte.

De draaihalsziekte wordt te pas en te onpas gebruikt. Zodra een Gouldamadine ook maar even met zijn nek gaat draaien of achterover slaat dan wordt al gauw gezegd dat het de draaihalsziekte is. Dit is in de meeste gevallen is echter onterecht.

Draaihalsziekte wordt veroorzaakt door een Paramyxo virus. Van dit virus zijn vier vormen bekend die aangeduid worden met PMV1 t/m PMV4. De ziekte die wij draaihalsziekte noemen wordt veroorzaakt door het PMV3 virus.

Symptomen:
In het beginstadium is het Paramyxo virus zeer moeilijk te herkennen omdat veel van de optredende symptomen ook bij andere ziektes voorkomen. Bij het optreden van het virus zou de ontlasting “kalkachtig” zijn, maar dat is geen vaststaand gegeven.

Bestrijding:
Dit uiterst besmettelijke virus kan vrij snel het gehele vogelbestand aantasten. Zet daarom de vogels die draaihals lijken te hebben zo snel mogelijk apart en ver van de overige vogels. Indien blijkt dat het Paramyxo virus de werkelijke boosdoener is elimineer deze vogel(s) dan zo snel mogelijk. Op deze wijze wordt verdere verspreiding voorkomen. Doordat er geen geneesmiddel bestaat voor deze ziekte zijn in de loop der jaren hele stammen draaihalsvogels uitgestorven. Dergelijke vogels komen momenteel nog slechts sporadisch voor.

Preventie:
Omdat het virus zich door de lucht verplaatst, is een goede ventilatie van de vogelverblijven noodzakelijk. Het inzetten van een ionisator kan daarbij zeker zijn vruchten afwerpen.

Overige oorzaken waarom een Gouldamadine met zijn nek draait.

Het achterover slaan met de kop wordt bij de Gouldamadine vaak ten onrechte aangezien voor draaihalsziekte. Het is echter vaak het gevolg van stress die dit achterover slaan veroorzaakt. De oorzaak van stress moet vaak gezocht worden in overvolle volières, te kleine behuizing, drukte bij tentoonstellingen, of de aard van de Gouldamadine zelf.

Bestrijding:
Tegen stress is geen “echte” bestrijding mogelijk, het enige wat gedaan kan worden is de Gouldamadine in een rustige en wat donkere omgeving te plaatsen. De Gouldamadine zal daar spoedig tot rust komen en zodra de symptomen minder worden of verdwijnen, kan de vogel weer bij de overige vogels worden geplaatst.

Preventie:
Voorkom zoveel mogelijk de oorzaken die stress kunnen veroorzaken. Plaats de Gouldamadine die terugkomt van de tentoonstelling eerst in een rustige omgeving.

Candida.

Is een schimmelinfectie die naast het veelvuldig kuren van vogels ook kan worden veroorzaakt door het verstrekken van droog eivoer. Bij jonge Gouldamadinen kunnen vaak “luchtbellen” in de krop worden waargenomen. De jongen kunnen sterven met een gevulde krop. Schimmelinfecties hebben normaal geen kans in een goed geventileerd en droog vogelverblijf.

Bestrijding:
De schimmelinfectie kan worden bestreden met Nystatine-Labaz.

Campylobacter.

Deze bij Gouldamadinen voorkomende bacterie komt vaak in combinatie met flagellaten en coccidiën voor. De oorzaak moet worden gezocht in een éénzijdige voeding waardoor de vogel onvoldoende voedingsstoffen binnen krijgt en vatbaar voor infecties wordt.

Verschijnselen:
De vogels zitten vaak bol en hebben opgezette darmen, de mest vertoont vaak onverteerbare zaden en is waterig en geelachtig gekleurd.

Bestrijding:
De bacterie kan worden bestreden met Erythromycine, Befuron en tegenwoordig met Baytril of Biosol-MR.