Voeding van de Gouldamadine
Dat voeding naast huisvesting één van de belangrijkste pijlers is bij het kweken en verzorgen van vogels over het algemeen maar zeker ook van de Gouldamadine staat buiten kijf. Feit is wel dat wij de Gouldamadine niet die voeding kunnen geven waarover ze in de vrije natuur wel kunnen beschikken.
Door het gevarieerde voedsel dat Gouldamadinen in de natuur kunnen opnemen, is de kans op een gebrek aan vitaminen, mineralen en sporenelementen betrekkelijk klein.
Op de markt zijn mengelingen voor tropische vogels verkrijgbaar met als hoofdbestanddeel diverse milletsoorten, aangevuld met o.a. witzaad. Er zijn echter bijvoorbeeld geen rust- en kweekmengsels op de markt. Dit zou er mede de oorzaak van kunnen zijn dat er door de tropenkwekers en vooral de Gouldamadinekwekers veel geëxperimenteerd wordt met de samenstelling van de gebruikte zaadmengeling.
Een goed uitgebalanceerde voeding dient dan ook, naast alle noodzakelijke vitaminen in de juiste verhoudingen tot elkaar, tevens de voedingsbestanddelen zoals plantaardige en dierlijke eiwitten, koolhydraten, vetten en mineralen te bevatten. Al bestaat het zaadmengsel uit nog zoveel verschillende soorten zaad, het zal nooit kunnen voldoen aan de voedingseisen die onze Gouldamadine stelt.
Voedingsstoffen.
Vocht:
Elke voedingsstof bevat in meer of mindere mate een hoeveelheid vocht. Vocht heeft geen voedingswaarde maar de Gouldamadine heeft voor de spijsvertering ook een hoeveelheid vocht nodig en door water te drinken wordt dit op peil gebracht. Een hoger gehalte aan vocht in de voedingsstof maakt dit eerder aan bederf onderhevig.
Eiwitten:
Eiwitten zijn een zeer belangrijk component van de voeding. Het zijn bouwstenen voor de spieren, organen, bloed, hormonen, etc. De meeste eiwitten worden door de Gouldamadine opgebouwd en daarvoor worden diverse aminozuren gebruikt. Belangrijk daarbij is dat er in voldoende mate aminozuren beschikbaar zijn. Deze worden gehaald uit het aanbod van eiwitten uit de voeding. Niet alle aminozuren van eiwitten uit de voeding zijn voor de vogels beschikbaar dus het is belangrijk de juiste eiwitten aan te bieden.
Er zijn 23 verschillende aminozuren en de Gouldamadine heeft elk aminozuur in meer of mindere mate nodig. Een aantal aminozuren zijn vanuit de voeding in mindere mate beschikbaar dan de behoefte van de Gouldamadine en we spreken in dat geval van essentiele aminozuren. Het gaat hierbij vooral om de aminozuren Lysine, Methionine, Cistine en Tryptofaan.
Vetten:
Vetten zijn energieleveranciers. Belangrijk is dat de Gouldamadine de juiste vetten binnenkrijgt. Bij de vetten maken we onderscheid in verzadigde en onverzadigde vetten en deze laatste zijn het meest gezond. Plantaardige vetten bevatten veel onverzadigde vetten en daarom is het goed onze Gouldamadine zoveel mogelijk plantaardig vet zoals uit zaden aan te bieden.
Ruwe Celstof:
De voeding van vogels bevat meestal lage gehaltes aan ruwe celstof. Een vogel kan met dit bestandeel uit de voeding ook weinig doen. Het is ook niet voor niets dat ze de zaden pellen en de schil, die hoofdzakelijk uit ruwe celstof bestaat, weggooien.
Ruw As:
In As zitten alle mineralen die weer op te splitsen zijn in macro-elementen en spoorelementen.
De macro-elementen zoals Calcium, Fosfor, Magnesium, Kalium, Natrium, Silicium en Chloor zijn belangrijk voor de opbouw van botten en productie van veren en eieren. Silicium komt voor als kiezel (siliciumoxide) en heeft vooral een mechanische werking in het spijsverteringssysteem om de voedingsstoffen fijn te malen.
De spoorelementen zoals Koper, Jodium, Zink, Selenium, Mangaan, etc. zijn in lage concentraties aanwezig maar zijn essectieel bij bepaalde lichaamsprocessen als bouwstof of als katalysator.
Overige koolhydraten:
Dit is de rest wat niet onder de eerder genoemde componenten valt. Hoofdzakelijk zijn dit de suikers en zetmeel maar hieronder vallen ook bv de vitaminen. Suikers en zetmeel wordt hoofdzakelijk als en ergieleverancier gebruikt en het overtollige wordt omgezet in lichaamsvet wat vervetting van de vogel in de hand kan werken.
Vitaminen zijn de broodnodige stoffen om het vogellichaam goed te laten functioneren. Ze zijn noodzakelijk voor allerlei belangrijke processen die zich in het vogellichaam afspelen, zoals het omzetten van voedsel in energie, bevruchting, afweer tegen ziekten en o.a. herstel van weefsel.
Er zijn twee groepen vitaminen te onderscheiden, de vetoplosbare en de wateroplosbare vitaminen. Enkele vitaminen worden in het lichaam aangemaakt en vaak uit stoffen uit de voeding en die worden dan pro-vitaminen genoemd.
Voedingspatroon.
In de vrije natuur wordt het leefpatroon van de Gouldamadine bepaald door het aanbod van zaden die op dat moment beschikbaar zijn. Ook in de avicultuur moeten we van deze wetenschap gebruik maken om de Gouldamadine optimaal voor te bereiden op het broedseizoen.
Zoals in een eerder artikel aangegeven zijn er drie periodes in de levenscyclus van de Gouldamadine die elk hun eigen voedselpatroon hebben. De drie verschillende basisdiëten (kweek-, rust- en ruiperiode) zijn noodzakelijk om te voldoen aan de behoeften van de Gouldamadine in gevangenschap en ze in goede conditie te houden.
De jeugdperiode
Omdat de jonge Gouldamadinen in een groeiperiode zitten naar volwassenheid, vraagt dat een energierijke voeding. De jonge gouldamadinen dienen dan ook een eiwitrijk dieet te krijgen totdat de rui voltooid is. Voor het volledig uitgroeien van de jonge Gouldamadinen is het belangrijk dat ze tevens over een grote vliegruimte kunnen beschikken.
De ruiperiode
Oude vogels die uit de kweek komen dienen op hetzelfde dieet te worden gehouden totdat de rui voltooid is. De rui kan bij een Gouldamadine worden gestimuleerd door het verwijderen van de nestkastjes. Ook een verhoging van de temperatuur en/of luchtvochtigheid heeft een positief effect op het bevorderen van de rui.
De rustperiode
Dit is de periode waar de vogels, zoals de naam al aangeeft, in rust zijn. Er vinden geen bijzondere activiteiten plaats waarbij de vogels extra inspanning moeten leveren. Een rustdieet houdt in dat ze in staat moeten zijn om in goede conditie te blijven.
Periode vlak voor de kweek
In de natuur is dit de periode met de grootste voedselschaarste. In deze periode kunnen ze op een eenvoudig dieet worden gezet. Hebben ze een te veel aan vet dan tonen ze dat vooral in de keel en op de buik. Om te controleren hoe vet de vogels zijn kunnen de veren worden weggeblazen. Om de broedperiode in te gaan mogen ze niet vet zijn en slechts weinig vet tonen op de buik.
De kweekperiode
Dit is de meest veeleisende tijd in het vogelleven, essentieel is dat er een rijk eiwitrijk dieet moet worden verstrekt, dat alle noodzakelijke voedingsstoffen bevat die nodig zijn voor de ouders om hun jongen groot te brengen.
Basisvoeding.
Omdat de Gouldamadine een echte zaadeter is, getuige zijn kegelvormige snavel, dient de basisvoeding te bestaan uit een rijk en gevarieerd tropisch zaadmengsel. Omdat een zaadmengsel nooit zal kunnen voldoen aan de voedingseisen van een Gouldamadine dienen naast dit zaadmengsel nog allerlei andere levensnoodzakelijke ingrediënten te worden gegeven.
Zaadmengeling
De zaadmengeling kan worden gezien als de basisvoeding bij het houden en kweken van vogels. Een goede basis zaadmengeling zal o.a. verschillende soorten millet, gierst, witzaad, japanse millet en nigerzaad bevatten. Een veel gebruikte toevoeging van zaden zijn mengsels van wilde zaden en mengsels voor inlandse vogels waarin veel graszaden zijn verwerkt. De ervaring heeft geleerd dat de Gouldamadine een voorliefde heeft voor witzaad. Dat is overigens niet zo verwonderlijk omdat het qua vorm lijkt op het spinifexgras dat in hun natuurlijke habitat veel voorkomt en door de in het wild levende soortgenoten veel gegeten wordt. Vaak worden zaadsoorten extra aan het bestaande mengsel toegevoegd, o.a.:
Witzaad
Het behoort tot de familie van de grassoorten en lijkt qua vorm veel op het door de Gouldamadine in het wild gegeten spinifexgras. Het komt in de meeste zadenmengelingen voor. Het witzaad heeft een eiwitgehalte van ongeveer 14% en ten opzichte van andere zaden is het een rijke fosforbron.
Nigerzaad
Ook dit komt in goede zaadmengelingen voor. Het wordt door de Gouldamadine goed opgenomen. Het heeft in verhouding tot de andere zaadsoorten een gunstig aminozuurpatroon. Omdat nigerzaad vetaanzettend werkt mag het slechts beperkt aan de Gouldamadinen worden gegeven omdat ze anders te vet worden.
Japanse millet
Het is één van de meest eiwitrijke milletsoorten. Het is door de Gouldamadine gemakkelijk te pellen en wordt vaak gebruikt bij het zelfstandig worden van de jonge gouldamadine.
Gele en rode panis
Deze soorten zijn kleinkorrelige zachte zaadsoorten, niet te verwarren met de gele en rode millet. Ze kunnen goed worden gebruikt bij het opkweken van de jonge Gouldamadinen door ze toe te voegen aan het eivoer tijdens de kweek.
Mungobonen
De mungobonen, ook wel katjang idjoe genoemd, zijn een eiwitrijke boonsoort die behoort tot de familie van de sojabonen. Ze hebben als belangrijke eigenschap een grote kiemkracht waardoor ze vooral worden gebruikt als kiemzaad.
Onkruidzaden
Er zijn veel onkruidzaden die aan de vogels kunnen worden verstrekt en deze zijn op de markt makkelijk verkrijgbaar.
Eivoer
Omdat de zaadmengeling alleen plantaardige eiwitten bevat zal alleen een zaadmengeling nooit in de volledige behoefte voor groei en onderhoud van een Gouldamadine kunnen voorzien. Daarom is het noodzakelijk om als aanvulling op het zaadmengsel een eivoer toe te voegen om de tekorten die in het zaadmengsel optreden aan te vullen. Het eivoer bevat vitaminen, mineralen en dierlijke eiwitten met alle essentiële aminozuren die in onze zadenmengeling te weinig voorkomen. Omdat eivoer dient om de tekorten van de zaadmengeling aan te vullen, is het belangrijk dat het gehele jaar door eivoer wordt verstrekt en zeker in de rui- en kweekperiode. Eivoer is de grote bron voor de nodige vitamines voor de Gouldamadine, maar deze kunnen ook via diverse vitaminepreparaten toegediend worden.
Water
Misschien een beetje vreemd om water onder de rubriek voedingsstoffen tegen te komen, maar de belangrijkheid van (vers) water mag zeker niet worden onderschat. Het water dient elke dag te worden ververst en de drinkbuisjes te worden uitgewassen. De behoefte aan drinkwater verschilt per periode en aangeboden voedsel. De behoefte wordt mede bepaald door de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Mineralen
Daar in zaadmengsels de aanwezigheid van mineralen erg laag is, is het niet alleen noodzakelijk dat er dagelijks mineralen voor de vogels ter beschikking staan, maar ze dienen ook nog in de juiste verhoudingen te worden aangeboden. De gevolgen van een onjuiste dosering van deze stoffen kan één van de belangrijkste oorzaken zijn van het mislukken van een kweekseizoen. De bronnen van mineralen zijn grit, maagkiezel en eivoer.
De macro-elementen zijn de mineralen die in relatief hoge concentraties noodzakelijk zijn. De voornaamste hiervan zijn calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium, zwavel en chloor. Vooral calcium en fosfor zijn belangrijk mineralen omdat deze het hoofdbestanddeel voor het skelet en/of de eischaal zijn en daarenboven noodzakelijk voor een goed functioneren van zenuwcellen en spiercellen. Een calciumtekort kan zich uiten door ontkalking van het skelet, verkromming van de beenderen of slechte eischalen. Houd er rekening mee dat poppen voor het leggen van een ei een groot gedeelte van hun calciumreserves moeten aanspreken. Vooral tijdens de kweekperiode dient men ervoor te zorgen dat de dieren voldoende calcium (via grit) op kunnen nemen.
De spoorelementen zijn mineralen die slechts in zeer kleine concentraties in de voeding aanwezig moeten zijn. Toch is een voorziening van deze elementen zeer belangrijk omdat hun aanwezigheid onmisbaar is bij verschillende stofwisselings processen. Belangrijke sporenelemen ten zijn kobalt, zink, jodium, molybdeen, mangaan en koper.
Maagkiezel
Dit behoort niet echt tot de voedingsstoffen van onze Gouldamadine, maar omdat vogels geen tanden hebben, hebben ze scherpe maagkiezel nodig om de zaden te kunnen vermalen. Als de Gouldamadine een zaadje opneemt wordt het eerst van de schil ontdaan, in de krop geweekt, in de kliermaag voorzien van verteringssappen om daarna in de spiermaag te worden vermalen. Om dit maalproces goed te laten verlopen heeft de Gouldamadine de scherpe maagkiezel nodig. Als gevolg van samentrekkende bewegingen van de spiermaag worden zelfs de scherpste kiezeltjes op den duur van hun scherpe kantjes ontdaan en verlaten dan het lichaam. Om deze reden moet er altijd scherpe maagkiezel voor de Gouldamadine ter beschikking staan.
Aanvulling op de voeding.
Appelazijn
Met het toevoegen van appelazijn aan het drinkwater wordt dit verzuurd. Als dosering kan ongeveer 1,5 ml per liter drinkwater worden toegepast. Hierdoor zal de pH-waarde in de krop voldoende zakken om de schimmelvorming te doen afnemen.
Biergist
Biergist is een bron van natuurlijke vitaminen en staat bekend om zijn hoog vitamine B gehalte. Naast dit vitamine B-complex is het ook rijk aan andere vitaminen, essentiële aminozuren en mineralen die het lichaam in belangrijke mate nodig heeft. Zo draagt biergist in belangrijke mate bij aan de groei en ontwikkeling van de jonge Gouldamadinen.
Dierlijke voedingsstoffen
Om een optimale groei te verkrijgen dient de Gouldamadine de beschikking te hebben over dierlijke eiwitten. In een goed eivoer zitten voldoende dierlijke eiwitten, maar toch willen de meeste kwekers nog iets extra’s geven. Als dierlijk eiwit worden dan meestal diepvries pinkies en/of miereneieren aan het eivoer toegevoegd.
Eierschalen
Eierschalen worden door veel Gouldamadine kwekers aan hun vogels verstrekt. Voordat ze aan de vogels kunnen worden verstrekt dienen ze gekookt te worden of verhit in de magnetron om het gevaar voor besmetting door o.a. salmonella te voorkomen. De eierschalen kunnen het beste regelmatig worden verstrekt en zeker in het broedseizoen, wanneer de pop eieren moet leggen.
Groenvoer
Het regelmatig verstrekken van groenvoer zal de spijsvertering bevorderen en een goede spijsvertering zorgt ervoor dat alle essentiële voedingsstoffen door de darmen zullen worden opgenomen. Wel dient er rekening mee te worden gehouden dat het groenvoer niet in overdaad wordt gegeven. Voorbeelden van groenvoer zijn sla, andijvie, boerenkool, spinazie en witlof. Zo ook blaadjes van de paardebloem alsook het overbekende muur.
Honing
Honing is een natuurlijk product dat voor ongeveer 80% uit suikers bestaat en is een product dat door bijen wordt gemaakt uit de nectar van bloemen. Honing is een rijke energiebron en één van de oudste door de mens gebruikte voedingssupplementen. Het stimuleert de stofwisseling en heeft een ontgiftende en ontstekingsremmende werking. Vloeibare honing kan worden toegediend door toevoeging aan het eivoer dat er rul mee gemaakt kan worden.
Propolis
Propolis wordt ook wel een natuurlijk antibioticum genoemd. Het is een voedingsstof die van nature rijk is aan aminozuren, vitaminen en sporenelementen. Het heeft een natuurlijke werking tegen bacteriën, virussen, schimmels, gisten en parasieten. Door deze eigenschappen optimaliseert het de natuurlijke afweersystemen waardoor de conditie van de vogels verbetert en instand houdt en daardoor bijdraagt aan een gezondvogelbestand. Aan propolis wordt een antivirale en antibacteriële werking toegekend. Het remt de groei van schimmels en stimuleert de natuurlijke afweer van het lichaam tegen infecties. Propolis kan gedoseerd worden toegediend via het drinkwater.
Kiemzaad
Niets is zo omstreden bij de kweek van Gouldamadinen als het kiemen van zaden. De één zweert er bij en een ander moet er niets van hebben. Vooral tijdens de kweektijd is gekiemd zaad een goede aanvulling op het dagelijkse menu, maar bij het gebruik dient wel de nodige zorg in acht genomen te worden. Indien gekiemd zaad niet goed wordt behandeld zal er snel schimmelvorming optreden wat de gezondheid van de Gouldamadine zeker niet ten goede zal komen. Is er schimmelvorming opgetreden of ruikt ook het zaad onfris dan is de kans groot dat het zaad bedorven is. Het kan dan beter niet meer aan de Gouldamadinen worden verstrekt.
Sepia
Sepia draagt in belangrijke mate bij aan de kalkvorming. Sepia is het rugschild van de inktvis en wordt opgehangen in de volière of broedkooi, de vogels kunnen dan naar behoefte van eten.
Spirulina
Spirulina is een natuurlijke plantaardige voedingsstof van een groene algensoort en staat bekend als een bron van hoogwaardige voedingsstoffen. De algen bevatten een veelheid aan mineralen, aminozuren, sporenelementen, enzymen en vetzuren. Spirulina is door zijn hoog aminozuurgehalte zeer voedingrijk en is tevens een rijke bron van het vitamine B-complex.
Trosgierst
Elke liefhebber kent dit wel en het zal ook bij iedere liefhebber in de volière aanwezig zijn. Vooral onder Gouldamadine kwekers is dit een populaire en veel gebruikte zaadsoort. De kleine relatief zachte zaadsoort is uitermate geschikt bij het opgroeien van jonge Gouldamadinen. Bijna elke Gouldamadine is verzot op trosgierst, maar ook hier geldt: overdaad schaadt. Vooral als ze veel trosgierst krijgen aangeboden. Een overdaad aan trosgierst geeft een veel te eenzijdige voeding en de Gouldamadine kan zo niet in al zijn voedingsbehoeften voorzien, maar dat geldt natuurlijk voor elke eenzijdige voeding.
Wilde zaden.
Paardenbloem ( Wikipedia of Wilde Planten )
Het zaad van dit bij iedereen bekende “onkruid” wordt door veel vogels met graagte gegeten.
De zaadjes kunnen het beste worden geoogst als de bloem is uitgebloeid en de witte pluisjes net zichtbaar zijn.
Als u dan de knoppen verzamelt en de witte pluimpjes er afknipt, kan het zo aan de vogels worden gegeven.
Ze zijn er dol op en voeren er hun jongen goed mee. De paardenbloem is een vroegbloeier en in het voorjaar tot eind mei te oogsten.
Perzikkruid
Misschien niet direct zo bekend maar het komt toch veelvuldig voor, vooral op braakliggend terrein. De zaadtrosjes zijn vanaf juli tot in de herfst gemakkelijk te oogsten.
De stengel kan het beste worden afgeknipt onder het zaadtrosje. De plant vormt dan een nieuwe oogst.
Het zaad kan ook worden gedroogd om er een wintervoorraad van aan te leggen.
Vogelmuur ( Wikipedia )
Mogelijk het meest bekende en gevoerde onkruid aan onze vogels. Het komt overal voor en meestal worden de groene blaadjes gevoerd.
De vogelmuur met de witte bloempjes is geschikt om aan de vogels te geven. Het voordeel van dit onkruid is dat dit het gehele jaar kan worden geoogst.
Een andere variëteit die veel op vogelmuur lijkt bezit roze bloempjes en is voor onze vogels giftig; dus toch oppassen als u niet zeker weet met welke soort u te maken heeft.
Bijvoet
Daar dit onkruid een voorkeur heeft voor zandige grond is het meestal te vinden in bermen, bosranden, tuinen en braakliggende grond. Bijvoet heeft talrijke kleine gele tot roodbruinachtige bloempjes die tegen de stengels staan en ze verspreiden een aangename geur. De bijvoet bloeit van juli tot november. Als de zaden rijp zijn kunnen die met de blote hand van de stengels worden gestroopt. Ook kan de struik in zijn geheel worden ophangen in de volière. Bijvoet is één van de oudste bekende geneeskrachtige kruiden tegen allerlei kwalen.
Melkdistel
Ook een veel voorkomend onkruid. Het heeft kleine gele bloempjes en kan op dezelfde manier worden geoogst als de paardenbloem. Het is vanaf juni tot in de herfst te oogsten.
Grassoorten
En natuurlijk niet te vergeten de verschillende grassoorten die in ons land voorkomen. Ze kunnen allemaal aan de vogels worden gevoerd en daar niet alle grassoorten tegelijk bloeien en dus rijp zijn, zijn ze van het voorjaar tot in de herfst te oogsten.