Vererving

Het was de Oostenrijkse monnik Georg Mendel die in de 19e eeuw in zijn moestuin experimenteerde met de verschillend gekleurde bloemen van de erwtenplant. Hij ontdekte dat er een zekere wetmatigheid optrad bij verschillende kruisingen die hij uitvoerde. Deze wetmatigheden legde hij vast in de wetten van Mendel en hij was daarmee tevens de grondlegger voor de erfelijkheidsleer zoals wij die nog steeds kennen.
Voor ons vogelkwekers is het belangrijk dat hij het bewijs leverde dat de overheersende (dominante) erffactoren de terugtredende (recessieve) erffactoren wel verdringen (beletten tot uiting te komen), maar dat deze recessieve erffactoren niet verloren gaan. Deze erffactoren zijn in het genotype voor het oog onzichtbaar maar toch in de vogel aanwezig. Vooral dit niet verloren gaan van recessieve erffactoren is erg belangrijk. Als één der ouders een dergelijke recessieve erffactor bezit zal dit bij de nafok weer tot uiting kunnen komen.

Zoals al eerder aangehaald, was het Georg Mendel die de principes van de erfelijkheid in een aantal wetten vastlegde en daarmee aan de basis stond van de verervingsleer zoals tot op heden nog steeds door vogelliefhebbers wordt gebruikt en toegepast. De ervaring heeft geleerd dat er verschillende vormen van erfelijke eigenschappen bestaan die de genen kunnen bezitten.

De volgende erfelijke eigenschappen komen bij de Gouldamadine voor:

• Autosomale vererving.
• Geslachtsgebonden vererving.
• Dominante vererving.
• Recessieve vererving.

Zowel de autosomale als de geslachtsgebonden verervingen kunnen dominant of recessief zijn. De erfelijke eigenschappen van een gen kunnen dus zijn: 

• Autosomaal dominant. 
• Autosomaal recessief.
• Geslachtsgebonden dominant.
• Geslachtsgebonden recessief.

Dit zijn de vormen waar u als kweker regelmatig mee te maken krijgt wanneer u zich met de kweek van kleurmutaties bezig houdt.

De begrippen nader beschouwt.
• Autosomaal dominant betekent dat de genen (de erfelijkheidsdragers) niet op het geslachtchromosoom liggen en dat die bepaalde factor dominant vererft t.o.v. zijn allele.
• Autosomaal recessief betekent dat de erfelijkheidsdragers (de genen) niet op het geslachtchromosoom liggen en dat die bepaalde factor recessief vererft t.o.v. zijn allele.
• Geslachtsgebonden dominant betekent dat de genen op het geslachtschromosoom liggen en dat die bepaalde factor dominant vererft t.o.v. zijn allele.
• Geslachtsgebonden recessief betekent dat de genen op het geslachtchromosoom liggen en dat die bepaalde factor recessief vererft t.o.v zijn allele.

Naast deze voor de mutantenkweker onmisbare begrippen zijn er nog twee begrippen die gekend moeten zijn bij de mutantenkweek, de homozygote kruising en de heterozygote kruising.
• Homozygoot wil zeggen: alle nakomelingen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen.
• Heterozygoot wil zeggen: alle nakomelingen hebben verschillen in erfelijke eigenschappen. In de praktijk wordt zo.n vogel een split vogel genoemd.

Nomenclatuur.
Om de vererving van diverse factoren in kaart te brengen en om er goed mee te kunnen werken, worden de mutaties met letters aangeduid. Hierover zijn internationale afspraken gemaakt en het is verstandig om die ook te volgen.
Het mannelijke geslachtschromosomenpaar wordt aangeduid met ZZ (voorheen XX).
Het vrouwelijke geslachtschromosomenpaar met ZW (vvorheen XY).
De wildfactor (een niet gemuteerd gen) wordt altijd aangegeven met een + teken.
Een gemuteerd gen dat recessief vererfd wordt aangeduid met een kleine letter.
Een gemuteerd gen dat dominant vererfd wordt aangeduid met een hoofdletter.
Een dubbel gemuteerd gen (de mm-reeks) wordt altijd in combinatie aangegeven.
Een gemuteerd gen dat op het geslachtschromosoom ligt wordt altijd aangegeven in combinatie met de letter X.

Voor de gouldamadine betekent dit het volgende:
Voor de autosomaal recessief verervende mutaties.
De witborst mutatie = wb.
De lilaborst mutatie = wblb, omdat de lilaborst een mm-reeks vormt met de witborst.
De blauwe mutatie = bl.
De zeegroene mutatie = blzg, omdat de zeegroene een mm-reeks vormt met de blauwe.

Voor de geslachtsgebonden recessief verervende mutaties.
De cinnamon mutatie = Zcin.

Voor de geslachtsgebonden dominant verervende mutaties.
De pastel mutatie = ZPa.

De wildfactoren van de diverse mutaties krijgen dezelfde lettercombinatie, maar dan van een plusteken voorzien.

Er kunnen nu volledige formules voor de verschillende mutaties worden opgesteld zodat de kweekcombinaties kunnen worden uitgewerkt en worden voorspeld wat de uitkomst kan zijn.
Omdat een chromosoom uit twee helften bestaat zal ook een gen uit twee allele’s bestaan, wat in de formule tot uiting moet worden gebracht. Dit wordt gedaan door tussen de lettercombinaties twee schuine strepen aan te brengen.
De witborst = wb//wb; de wildvorm hiervoor wb+//wb+.
De lilaborst = wblb//wblb; de wildvorm hiervoor wblb+//wblb+.

De blauwe = bl//bl; de wildvorm hiervoor bl+//bl+.
De zeegroene = blzg//blzg; de wildvorm hiervoor blzg+ //blzg+.

De cinnamon =Zcin//Xcin de wildvorm hiervoor Zcin+//Xcin+.

De dominante pastelfactor kan enkel en dubbel voorkomen bij de man en geeft een verschillend fenotype: de pastel (EF) en de overgoten(DF).
De pastel = ZPa//ZPa+; de wildvorm hiervoor is ZPa+//ZPa+.
De overgoten (DF pastel) = ZPa//ZPa; de wildvorm hiervoor is ZPa+//ZPa+.

Omdat de pop maar een X-chromosoom bezit is de formule voor de pop:
De pastel = ZPa//W; de wildvorm hiervoor is ZPa+//Y.

Nog enkele opmerkelijke feiten.
Omdat de pop maar een X-chromosoom bezit zal de pastelfactor bij de pop zijn werk optimaal kunnen doen. Daarom ziet een pastel pop er uit als een overgoten vogel.

Bij de geslachtsgebonden mutatie wordt in de formule voor de pop één Z vervangen door een W; verder blijft de manier van vererven gelijk.

De formule van een Gouldamadine met daarop aangegeven alle tot op dit moment voorkomende mutaties ziet er als volgt uit:
ZPa,cin//ZPa,cin, wblb//wblb, blzg//blzg , voor de man.
ZPa,cin//W, wblb//wblb, blzg//blzg , voor de pop.

Voor de duidelijkheid zijn de kopkleuren buiten beschouwing gelaten.

In het boek “De Gouldamadine” is verdere en meer uitgebreidere informatie te vinden.
In dit boek wordt in de formules nog X (voor de Z) en Y (voor de W) gebruikt.